Ontstaan van Maria Roepaan

Ontwikkel waar niemand vruchtbaarheid vermoedt*

*Naar een dichtregel van Hendrik Marsman. Adagium van dr. Gerrit van der Most van 1956 tot 1979 geneesheer-directeur van Maria Roepaan

Na de Tweede Wereldoorlog was er een alarmerend tekort aan opvang voor zwakzinnige kinderen met een verstandelijke beperking, toen nog ‘zwakzinnigen’ genoemd. Bij het katholieke deel van de bevolking was de nood het hoogst maar in deze streek was men nog nergens tot de bouw van een instelling overgegaan.

Mevrouw J. Fleuren

In Milsbeek liet de maatschappelijk werkster mevrouw J.M.J. Fleuren het er niet bij zitten dat zij geen opvang kon krijgen voor de betreffende kinderen in haar verzorgingsgebied. Zij fietste naar instellingen in Schimmert, Heel, Druten en Udenhout maar overal kreeg ze te horen dat er enorme wachtlijsten waren. Vervolgens stelde ze op schrift hoe hoog de nood in de gezinnen was en die rapporten stuurde ze naar de Inspectie van de Geestelijke Gezondheidszorg in Limburg en aan het Diocesaan Charitatief centrum in Roermond.

Grote nood

In 1950 was de heer J.B.M. Veraart voorzitter van de katholieke Centrale voor Medische Opvoedkundige Bureaus. In die functie werd hij geconfronteerd met de oproep tot actie van mevrouw Fleuren. Hij onderkende de grote nood en verzocht de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Steyl om hulp.

In Ottersum werd het aan puin geschoten pensionaat Maria Roepaan steen voor steen opgebouwd en in 1951 werden de eerste negen religieuze zusters naar Ottersum gestuurd. Zij namen meteen een paar dienstmeisjes aan en op 20 augustus van dat jaar kwamen de eerste zeven patiënten. De heer Veraart werd de eerste geneesheer-directeur en voorzitter van De Stichting Maria Roepaan.

Moderne begrippen

db_016
Aanvankelijk waren er nog weinig kinderen

Anderhalf jaar later waren er al 120 patiënten. Vanaf het begin werd ernaar gestreefd om de woongroepen minder groot te maken dan elders in het land het geval was. Het aantal patiënten groeide gestaag en in 1958 kocht de Stichting Maria Roepaan 26 ha. heidegrond aan de Siebengewaldseweg in de Looi om daar volgens moderne begrippen en inzichten een groot nieuw gebouw neer te zetten. Op dit nieuwe terrein kwam het eerste paviljoen in 1963 gereed. Rond 1985 woonden hier 680 ‘pupillen’ zoals de bewoners toen nog genoemd werden. Het ‘oude’ gebouw werd in 1974 ontruimd en verkocht.

P8131812
Wandelen op de nieuwbouw
paviljoen
Een van de nieuwe paviljoens