Ontstaan van de Sint Augustinusstichting

Na Maria Roepaan was er in Gennep behoefte aan een instelling voor mannen met een verstandelijke beperking. Immers, het bestuur en de zusters van Maria Roepaan stelden dat het beter was wanneer jongens bij het bereiken van hun dertiende levensjaar gescheiden van vrouwen zouden worden opgevoed.

De Zonnehuizen van het vroegere sanatorium

Op de Gennepse Hei stonden leegstaande gebouwen van het voormalige sanatorium ‘Zonlichtheide’. De heren Olde Achterhuis en Keune zagen hier mogelijkheden voor de start van een internaat voor zwakzinnige jongens en mannen. Met steun van de toenmalige Gennepse burgemeester dr. J.H. Gilissen leidde een particulier initiatief tot de aankoop van de gebouwen en 8 ha. heidegrond.

Augustinus

Strijk_bewerkt-1
De Heer J. Strijk was vele jaren lang algemeen directeur van de Augustinusstichting

Op 28 augustus 1957 werd de officiële oprichtingsakte ondertekend. Aan het feit dat die dag de naamdag van de Heilige Augustinus is, heeft de instelling haar naam te danken.
Het eerste bestuur bestond voor een deel uit plaatselijke notabelen waaronder de heren C.R. Steinmann, fabrikant en A.O.J.A Bloemarts, notaris.

In de eerste jaren bestond de directie uit de heren Olde Achterhuis en Keune. In 1958 worden zij opgevolgd door de heer Weusten. In 1959 wordt de heer R. Müskens aangesteld als adjunct-directeur en in 1961 wordt J. Strijk algemeen directeur. Vanaf het begin werd het wonen op de Sint Augustinusstichting sterk bepaald door het oude sanatorium.

Groepsverblijven

Inrichting van een van de Zonnehuizen
Inrichting van een van de Zonnehuizen

Bij de verschillende gebouwen kon men door het verspringen van het dak zien waar vroeger de open-lighallen aangebouwd waren. Daar werden de TB-patiënten naar buiten geschoven om via zon en licht te genezen. Door eenvoudige verbouwingen kon van deze zogenoemde ‘open-lighallen’ groepsverblijven worden gemaakt.
De ruimten die zo ontstonden waren niet groot en dit had tot gevolg dat het aantal bewoners per wooneenheid niet groter werd dan 16 personen. In een periode dat op verschillende plaatsen in ons land nog zalen voorkwamen waar 60 tot 80 zwakzinnige mensen tezamen hun leven sleten, mag dit als een gelukkige omstandigheid worden gezien.
De verpleegprijs was in die tijd tien gulden en vijfentwintig cent per dag!

In het begin werd er een keuze gemaakt voor een driedeling in het wonen: de jeugd, de diepergestoorden en de volwassenen werden in aparte eenheden geplaatst.
Later werd er gekozen voor een andere driedeling: internaat, school en werkplaats.